Ontwikkelingsgericht onderwijs op Floriant
Onze pedagogisch concept is gebaseerd op ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO). Wat is dat precies en waarom sluit het zo goed aan op de ambitie die wij hebben voor onze leerlingen?

Wat is OGO?
Ontwikkelingsgericht onderwijs legt de nadruk op de ontwikkeling van de persoonlijke identiteit van kinderen. Belangrijke uitgangspunten zijn brede persoonsontwikkeling en zingeving.

Psycholoog en filosoof Lev Vygotsky ontwikkelde aan het begin van de 20e eeuw ideeën over de ontwikkeling van kinderen. Onderwijs moet volgens hem een bijdrage leveren aan de brede culturele ontwikkeling van leerlingen. Dat is alleen mogelijk wanneer leren zowel maatschappelijk als persoonlijk betekenisvol is. Maatschappelijk betekenisvol ziet daarbij op de waarde van de kennis in de samenleving en persoonlijk betekenisvol ziet op de waarde van de kennis voor de leerling persoonlijk.

Op basis van deze principes is het OGO ontwikkeld door Belgische en Nederlandse leerkrachten. Ontwikkelingsgericht onderwijs verbindt een leerlinggerichte pedagogiek met een activerende didactiek. Kinderen leren en ontwikkelen door spel en onderzoek. Interessante thema’s, actuele kwesties en vragen van leerlingen vormen betekenisvolle aanleidingen voor onderwijs. In 1990 deed OGO zijn intrede in het Nederlandse onderwijs. Inmiddels zijn er meer dan driehonderd ‘OGO-basisscholen’ in Nederland.  

Principes van OGO
Zone van naaste ontwikkeling: het verschil tussen wat het kind zonder hulp kan en wat het met hulp kan. De leerkracht helpt het kind om boven zichzelf uit te stijgen en die zone van naaste ontwikkeling te bereiken.

Brede persoonsontwikkeling: dit omvat alle intelligenties. Er is onderscheid tussen ontwikkeling en leren: leren wordt toegepast bij overzichtelijke processen, ontwikkeling is een veelomvattend proces.

Betekenisvolle activiteiten: een kind kan betekenis verlenen aan een activiteit, doordat het zich er persoonlijk mee kan verbinden. In plaats van dat het kind bijvoorbeeld een brief schrijft aan de burgemeester omdat het een opdracht uit het taalboek is, schrijft het een brief omdat de klas over verkiezingen werkt en ze de burgemeester willen uitnodigen om te komen spreken.

Zingeving: Het is van belang dat de leerling weet wat het nut is van het geleerde. Daarnaast moet de leerling in staat zijn om het geleerde in verschillende contexten toe te passen.

Tenslotte hecht OGO grote waarde aan reflecteren en observeren. De leerkracht past het aanbod van stof en activiteiten naar aanleiding daarvan aan.

Werken met thema’s
Ontwikkelingsgericht onderwijs werkt met thema’s die ongeveer zes tot acht weken duren. De leerkrachten maken een jaarplanning van thema’s, waarbij ze ervoor zorgen dat de tussendoelen en leerlijnen van de verschillende vakken gevolgd worden.

Tijdens de startactiviteit van het thema komen er vragen en opmerkingen van kinderen naar voren, waar we tijdens de behandeling van het thema op inspelen. Het thema krijgt in de loop van de themaweken door onderzoek in spel en leeractiviteiten steeds meer een plek in de klas. Zo ontstaat er van alles in die weken; een bakkerij, een weerstation, een krantenredactie, een architectenbureau etc. We noemen dat de sociaal-culturele praktijk, die we de school binnen brengen.

Functioneren in een sociaal-culturele praktijk betekent dat de leerlingen vaardigheden moeten leren die daarbij horen. Bijvoorbeeld klantvriendelijk taalgebruik bij een winkel, een ontwerp kunnen maken bij een architectenbureau of een partijprogramma schrijven bij het thema ‘verkiezingen’. Om te leren hoe dat moet, verrichten ze onderzoek in de praktijk, in bronnen of door te experimenteren. Op die manier doen zij kennis op en oefenen zij vaardigheden. De kinderen bepalen de onderzoeksvragen, terwijl de leerkracht begeleidt, bijstuurt en de kennis- en vaardigheidsdoelen in de gaten houdt. Zo is er een balans tussen de inbreng van de kinderen en van de leerkracht.

Binnen ieder thema oefent het kind ook in vaardigheden die bijdragen aan de persoonsvorming, zoals initiatief nemen, creatief denken, onderzoeken, redeneren, probleem oplossen, zelfsturing en reflectie. Daarnaast is het een sociaal proces waarin samenwerken, communiceren en maatschappelijke betrokkenheid belangrijke elementen zijn.

In de onderbouw komt de sociaal-culturele praktijk ook tot uiting in de spelhoek. De leerkracht speelt bewust mee en kan kinderen daarbij observeren of samen met kinderen nieuwe ‘problemen’ tegenkomen die ze door onderzoek kunnen oplossen. Bijvoorbeeld: hoe weten klanten in een restaurant wat ze kunnen kiezen om te eten?

We sluiten een thema af omdat we het belangrijk vinden ouders deelgenoot te maken van het ontwikkelproces van de kinderen en van het thema. Ouders kunnen bijvoorbeeld in het restaurant komen eten dat de kinderen hebben ingericht of de kinderen presenteren hun zelfgemaakt films door middel van een filmpremière. Vaak maakt de afsluiting ook deel uit van de sociaal-culturele praktijk.

Waarom OGO op Floriant?
Op basisschool Floriant zijn we gericht op de optimale ontwikkeling van elk kind. We willen kinderen helpen zichzelf te ontdekken, op te groeien met zelfvertrouwen en hun plaats in deze wereld te vinden.

Deze visie sluit naadloos aan bij de achterliggende gedachte van OGO-onderwijs. Jezelf ontdekken en je plaats te vinden in deze wereld is veel breder dan alleen kennis opdoen. OGO-onderwijs helpt ons om op zo’n manier te werken dat alles wat we doen op school bijdraagt aan de brede ontwikkeling van onze kinderen.

Samen leren voor het leven op Floriant met ontwikkelingsgericht onderwijs!

Verder lezen?
http://www.ogo-academie.nl/wp-content/uploads/2013/02/130101_OGO_Special_Didactief.pdf
https://www.de-activiteit.nl/
http://www.ogo-academie.nl/